Parenteel

I) Pierre (Peter) de Bruyn (Kampenhout 2-12-1805) + Si Nambiru (Painan)

                   II) 1Pieter Joseph de Bruin (Painan 3-11-1845) + Johanna Francisca Bommezijn (Ambarawa)

                                            III) 1 Frans Joseph de Bruin (Ambarawa 30-10-1881)

                                            III) 2 Marie Angelique de Bruin (Ambarawa 1886) + Willem Frederik Holtz (Balongbendo 7-2-1871)

                                                                   IV) 1 Johannes Pieter Willem Holtz (Surabaya 14-9-1904)

                                                                   IV) 2 Francisca Johanna Angelique Holtz (Surabaya 23-6-1909)

                                                                   IV) 3 Silvia Simone Holtz (Nganjuk 30-9-1911)

                                                                   IV) 4 Johanna Holtz (Surakarta 27-08-1913) + Willem Bos (Malang 13-2-1908)

                                                                   IV) 5 Isodoor Holtz 

                                            III) 3 Frederikus Hendrikus de Bruin (Amuntai 1889)

                   II) 2 Lodewijk Leonard de Bruin (Sijunjong op 21-9-1850) 

                   II) 3 Karel Jan Frederik de Bruin (Fort de Kock 30-3-1854) 

De Bru(y)(i)n

De familienaam de Bruin behoort tot een van de gemiddeld voorkomende achternamen in Nederland.  Volgens de Nederlandse familienamenbank telt Nederland in 1947 11751  naamdragers. In 2007 is dat aantal opgelopen tot 17593 naamdragers. Zuid Holland voert hierin de boventoon. De herkomst van deze achternaam correspondeert hoogstwaarschijnlijk met iemands haarkleur of donkere teint.  De vroegst bekende voorouder de Bruin, was Jacobus de Bruijn, handwerker van stijle.  Hij was getrouwd met Barbera Anthonis. Samen kregen ze een zoon genaamd Joannis. Joannes trouwde  Anna Schoeters te Kampenhout op 30 januari 1763. Zij kregen onder andere een zoon genaamd Matthias of Mathieu.  Uit dit huwelijk kwam weer een zoon voort, genaamd Pierre ofwel Pieter. Deze Pieter diende vanaf 1824 als militair en belandde jaren later in Harderwijk, waar hij zich bij het Koloniaal Werfepot diende te melden om in de Oost te dienen. Eenmaal daar belande hij in de Padangse Bovenlanden. Eenmaal uit dienst werd hij ambtenaar en schopte het tot assistent resident. Pieter kreeg met de Sumatraanse Si Nambiru 3 zoons. Pieter Joseph was de oudste en met zijn 1 meter 82 best een grote vent in die tijd. Net als zijn jongere broers had vader voor hem een carrière als militair bedacht. De Bovenlanden boden immers weinig kans en onderwijs. Daarom werden de kinderen naar Nederland gestuurd. Pieter Joseph kwam als volwassen man weer terug op zijn geboortegrond en vestigde zich in fort Willem I bij Ambarawa,  waar hij Johanna Francisca Bommezijn tegen het lijf liep.  Zij kregen een zoon genaamd Frans Joseph, en een dochter genaamd Marie Angelique

Marie Angelique de Bruin

Oma Lieke, ofwel Marie Angelique de Bruin is de dochter van Pieter Joseph de Bruin en Johanna Francisca Bommezijn. Lieke, groeit op met haar broer Frans Joseph. Vader Pieter woont met zijn gezin door zijn beroep als militair op diverse plekken. Uiteindelijk vestigt hij zich met zijn gezin in Surabaya. Dochter Angelique is pas 17 en dus minderjarig als zij zwanger is van Willem Frederik Holtz, vermoedelijk geen onbekende van vader Pieter. Een huwelijk zal moeten volgen. Onder de akte.

Op de akte valt het volgende te lezen:

Acte nummer 82. Heden den zes en twintigsten september negentienhonderd drie verscheen voor mij Hermannus Johannes Waleson, gewoon ambtenaar van den Burgerlijken stand Soerabaja, Willem Frederik Holtz, geboren te Balongbendo, oud twee en dertig jaren, van beroep portier bij het Marine eshtablissement te Soerabaja wondende aldaar meerderjarige zoon van Johan Adam Holtz overleden en de inlandse vrouw Kasima, bij den doop genaamd Maria Wilhelmina zonder beroep wonende te Ngandjoek en Marie Angelique de Bruin, geboren te Ambawara, wonende te Soerabaja, zeventien jaren oud, minderjarige dochter van Pieter Joseph de Bruin van beroep kastelein in van de sociëteit Modderlust te Soerabaja en Johanna Francisca Bommezijn, zonder beroep, beiden wonende te Soerabaja die mij verzochten over te gaan tot de voltrekking van hun voorgenomen huwelijk, en mij, tot dat einde de volgende, onder de bijlagen van dit register opgenomen bewijsstukken ter hand stellen te weten:

Ten eerste:

Eene behoorlijk gezegelde acte van geboorte des bruidegoms

Ten tweede:

Eene behoorlijk gezegelde acte van geboorte der bruid.

De afkondigingen van dit huwelijk hebben zonder stuiting plaats gehad te Soerabaja op den zesden en dertienden september dezes jaars. Voorts zijn voor mij verschenen Pieter Joseph de Bruin en van beroep kastelein in de sociëteit Modderlust en diens echtegenoot Johanna Francisca Bommezijn, beide wonende te Soerabaia die in hoedanigheid van ouders der bruid hunne toestemming tot het aangaan van dit huwelijk hebben verleend.De daarna door mij den bruidegom en der bruid in het openbaar voorgehouden vraag of zij elkander tot echtgenooten aannemen, en alle plichten door de wet aan den huwelijken staat verbonden, getrouwelijk na zullen leven, door beiden bevestigd. Beantwoord zijnde, heb ik in naam der wetuitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkaar zijn verbonde en zulks in tegenwoordigheid van Wilhelmus Willem de Haan (37 jaar), portier bij het Marine Establissement te Soerabaja en Arnold Frederik Joseph Wilhelm Lapre (31 jaar), handels geëmployeerde beide wonende te Soerabaja. En is hiervan akte opgemaakt die, na voorhouding door de getuigen en mij is ondertekend.

Dan volgen zeven handtekeningen. 

Het huwelijk blijkt niet bestendig tegen de grillen van echtgenoot Willem. Het stel gaat in echtscheiding in 1929. Vanaf dan woont Marie Angelique in bij 1 van haar kinderen. In 1943 woedt de oorlog. Vele Nederlanders bevinden zich in de zogenaamde Jappenkampen. Veel Indische Nederlanders leven hun leven buiten de kampen. Schoonzoon Willem Bos huurt een woning in Pasuruan, in de Herenstraat. Het huis bestaat uit drie delen. Vooraan wonen Willem en jongste dochter Johanna met hun gezin en Willem's nog minderjarige broer Paul Henri . Oma Lieke bewoont het tussendeel. Het derde deel wordt bewoond door schoonzoon Max en dochter Francisca met hun gezin.  Oma Lieke was toen al nagenoeg blind. Op 15 oktober 1947 komt zij te Surabaya te overlijden. Linksonder een foto van de nagenoeg blinde Oma Lieke. Rechts een jonge Lieke met echtgenoot Willem Frederik Holtz.

 

Pieter Joseph de Bruin

Pieter Joseph, oudste zoon van Pieter de Bruin en de inlandse Sri Nambiru, is geboren te Sidjoenoeng op 3 november 1845. Pieter wordt net als zijn jongere broers naar Nederland gestuurd voor een degelijke opleiding. Op 22 december 1864 meldt hij zich daar vrijwillig aan bij het leger en krijgt een dienstverband als soldaat van 10 jaar.  Zijn woonplaats is dan Breda. Pieter Joseph is een stuk langer dan zijn vader. Hij meet bijna 1 meter 82.  Een beschrijving van zijn profiel verschilt verder niet veel van zijn vader.  Op 10 januari 1866 gaat hij over in het Regiment Infanterie waar hij 2 dagen later wordt bevorderd tot korporaal. Op 26 juli 1867 wordt hij bevorderd tot sergeant. Op 18 oktober 1870 is hij sergeant instructeur der scherpschutters. Op 6 juli 1873 gaat hij over bij het Koloniaal Werfdepot met een vrijwillige verbintenis van twee jaar en krijgt hiervoor een gratificatie van 200 gulden. Het schip naar de oost is het stoomschip Koning der Nederlanden. Het vertrekt op 26 september 1873.  Pieter Joseph komt ambtshalve in Semarang terecht. Op 17 februari 1876 treedt hij in het huwelijk met  Johanna Francisca Bommezijn.

Volgens het stamboek zwaait Pieter Joseph af op 10 januari 1885 te Willem I met een pensioen van 394 gulden 's jaars. 

 

Bekende kinderen met Johanna Francisca Bommezijn:

  • Op 27 september 1876 wordt 'een levenloos geboren kind uit J. F. Bommezijn, echtgenoot van P. J. de Bruin'.  

  • Ze krijgen op 30-10-1881 te Ambarawa een zoon genaamd Frans Joseph de Bruin
  • Ze krijgen in 1886 te Ambarawa een dochter genaamd Marie Angelique de Bruin
  • Er wordt een geboorte van een zoon gemeld tussen 11 en 18 juli in het Bataviaasch dagblad van 20 juli 1890. Dit bericht heeft een vreemd karakter. Het kind heeft de voornamen Edi Pierre Francois Guillaume Jean Henri Jeacque Gerard Rosalie Hypolythe Theophile Desire-Dieudonne. Onder de namen de namen van de ouders P.J. de Bruin, J.F. de Bruin-Bommezijn, Semarang 10 juli 1890. 
  • Het jaar 1890 lijkt ook te corresponderen met Frederikus Hendrikus de Bruin, geboren te Amoentai, 1889/1890. Hij is hoofdopzichter der Gewestelijke Werken te Salatiga omstreeks 1923. Zijn trouwakte vermeldt Pieter Joseph en Johanna Francisca Bommezijn als ouders: Uit het huwelijksregister van Salatiga 1923, aktenr. 5 (LDS-film 1474393, item 11):

    24 febr. 1923.
    Frederikus Hendrikus de Bruin, geboren te Amoentai, oud 33 jaar, hoofdopzichter der Gewestelijke Werken, wonende te Salatiga, gehuwd geweest met Caroline Elisabeth van de Pol, zoon van Pieter Joseph de Bruin en Johanna Francisca Bommezijn, beiden overleden; met Carla Roberta Nagel, geboren te Melambong, oud 22 jaar, zonder beroep, wonende te Salatiga, dochter van Carel Hendrik George Nagel en Aleida Victoria Constantia Hoff [ten rechte Aleida Constantia Victoria Hoff], beiden zonder beroep en wonende te Salatiga. Getuigen: Gerard Othon Gout, oud 31 jaar, boekhouder bij de Staatsspoorwegen te Bandoeng, schoonbroeder van de bruid, en Willem Frederik Busch, oud 43 jaar, bouwkundige bij de Gewestelijke Werken te Pati en aldaar wonende.

    N.B. Bij het huwelijk wordt o.a. overgelegd een akte waaruit blijkt dat te Sidoardjo op 28 december 1922 onder aktenr. 9 is ingeschreven het vonnis waarbij het tussen Frederikus Hendrikus de Bruin en Caroline Elisabeth van de Pol bestaan hebbende huwelijk is ontbonden.

 

Verdere loopbaan

Pieter Joseph meldt zich kennelijk opnieuw aan bij defensie.  Hij vestigt zich ambtshalve in Surabaya. In de Java Bode van 9 oktober 1891 is namelijk te lezen dat is

overgeplaatst zy'n by' de militaire administratie: [.........] van Willem I naar Semarang de adjudant-onderofficier-kwartiermeester P. J. de Bruin, om werkzaam te worden gesteld by het gewestelijk magazyn van kleeding en uitrusting aldaar.19/07/1892

In een latere versie van de Java Bode is te lezen dat is

overgeplaatst van Willem I naar Padang de adjudant-onderofficier-kwartiermeester P. J. de Bruin

09/01/1893

 En weer later

(overgeplaatst) van Padang naar Tandjong Poera als kwarliermeester van het

garnizoen aldaar, de adjudant onderofficier kwartiermeester P.J.de Bruin.

Op 26 maart overlijdt Pieter Joseph de Bruin, 60 jaar oud. Het grafsteen vermeld:

(Vak) B 2708 Hier rusten / onze geliefde ouders / Pieter Joseph de Bruin / geb. 3 Nov.1848 / overl. 26 Maart 1906 / en / Johanna Francisca Latuhamallo / geb. Bommezijn / geb. 14 Aug. 1858 / overl. 8 Nov. 1914.

 

KNIL extract Oost Indie

Het schip de Koning der Nederlanden:

Het Nederlandse scheepvaartmuseum bevat een olieschilderij van J. Eden. Dit schilderij stelt de ondergang voor van het schip de Koning der Nederlanden. Het schip zonk op 5 oktober 1881 onderweg van Batavia naar Amsterdam. Oorzaak was een gebroken schroefas, waardoor water via de schroefasdichting binnen kon komen. Het schip bevond zich honderden kilometers van het dichtstbijzijnde eiland. Via de reddingssloepen probeerden 216 bemanningsleden zich te redden. 90 man verdeeld over 3 sloepen, zijn nooit  gevonden. De rest werd opgepikt door passerende schepen en 1 sloep redde het tot de kust van Sri Lanka.

 

Peter de Bruin / Pierre de Bruyn

In het derde jaar van de Franse Republiek, gelijk aan het christelijke jaar 1794, werd een algemene telling gehouden in onder andere het Belgisch Vlaamse Kampenhout. In totaal werd aan 410 huishoudens gevraagd naar hun bezittingen en inwonende personen. Op adres ‘De Heyde’ bezochten ze het huis van Mathieu DeBruyn, vader van de eerste de Bruyn voorouder die in Nederlands Indië terecht zou komen. Hij gaf aan hoeveel hij aan grond bezat, uit hoeveel personen zijn huishouden bestond, hoeveel quintalen in landvruchten, gedorst en ongedorst en hoeveel beesten hij bezat:

In heyschommen 1 bunder en 25 roeden (1 roede = 14m2 en 1 bunder is 400 roede)

Persoonen:4

In coren:3 quintaal (1 quintaal =1/22 last)

In Boekwey:1,5 quintaal

In Stroey:10 quintaal

In koeyen:1 (stuks)

In verkens:1
Gevraegt of hij eenig gewin van mijnstoffen of andere had heeft geantwoord geen te hebben en nopens sijne noodwendigheden heeft  geantwoord
In coren:3 quintaal

In stroey:17 quintaal

 

Matthieu ondertekende het document met een kruis omdat hij niet schrijven kon. In datzelfde jaar volgde nog een koetelling waarbij het ene exemplaar van Matthieu de Bruyn werd genoteerd. Matthieu blijkt volgens de archieven een zoon van Joannes de Bruyn en Anna Schoeters te zijn die in Kampenhout hun liefde bezegelden op 30 januari 1763. Joannes, zelf begraven in 1782, was weer een zoon van Jacubus. Deze Jacobus komt voor in een eerdere volkstelling uit 1755. Over hem is daarin opgenomen: Jacobus de Bruijn handwerker van stijle Sijne huijsvre, Barbera Anthonis. 1 kind met naeme Jan (Jean, Joanis), oudt 16 jaren. Anne Catherine Geets is de tweede echtgenote van Matthieu De Bruyn.  Zij trouwden op 21 oktober 1794. Matthieu De Bruyn, weduwnaar van Johanna Rijkman, zou afkomstig zijn uit Hac (Haacht) en Anne Christine zou afkomstig zijn uit Hever.  Matthieu had al twee kinderen uit zijn eerdere huwelijk. Dochter Johanna is geboren in 1789 en zoon Jean in 1790. Twee jaar later, in 1796, werd een volkstelling gehouden. Opgetekend werden een dan 30 jaar oude Matthieu De Bruyn, landbouwer van beroep en zijn echtgenote Anne Catherine Geets, 31 jaar oud. Daarnaast werden in het huishouden 3 kinderen opgetekend van beneden de 12 jaar. Het tweede huwelijk bracht in 1797 voort een zoon genaamd Guilielmus. Zoon Leonardus kwam ter wereld op 15 december 1798, dochter Maria Elisabeth in 1802. Op de 11de van de rijpmaand om 11 uur in de ochtend, wat gelijk staat aan 2  december, wordt in het Belgische Kampenhout in het jaar 1805 nog een zoontje gedoopt. Beide ouders zijn dan van beroep dagloner. Vader Matthieu, volgens akte gedoopt in Kampenhout is dan 39 jaar. De moeder van het kind is de in Hever gedoopte Anne Catherine Geets, oud 40 jaar. Eerste getuige is Pierre Debruyn, oud 37 jaar uit Campenhout, broer van de vader van het kind. Tweede getuige is Jacobus de Coster, van hetzelfde bouwjaar. Het kindje wordt genoemd Pierre. Beide getuigen ondertekenen met hun naam.

Op 21 juni 1814, Pierre of Pieter is dan 9 jaar oud, ondertekenden de grote mogendheden in Londen de XVIII artikelen, waarna Noord- en Zuid-Nederland (met Luxemburg) werden herenigd tot het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Voor veel arme mensen bood het leger uitvlucht. Jongste telg Pierre begint zijn militaire loopbaan nog voor de opstand in België. Hij wordt genoteerd als Pieter de Bruin. Na een conferentie op 4 november te Londen erkenden de grote mogendheden op 20 december 1830 de scheiding tussen Nederland en België. Pierre is dan al een Nederlandse militair. Zijn familie blijft in Kampenhout, nu gelegen in het nieuwe België.  Het is 15 november 1824 als Pieter zich meldt bij het regiment Lansiers voor een inschrijving als plaatsvervanger voor 'den opperwachtmeester Smith'.  Hiermee gaat hij een dienstverband aan van 6 jaar, 1 maand en 6 dagen. Pieter is geen grote verschijning met zijn 1 meter 50. Volgens de beschrijving heeft Pieter bruine ogen, wenkbrauwen en haren, heeft een rond aangezicht, voorhoofd en kin, een middelmatige neus en heeft verder geen merkbare tekens. De 6 jaren vliegen voorbij.  Op 15 juli 1829 wordt hij als soldaat van het regiment Lansiers overgenomen voor een periode van 6 jaar en 10 gulden premie.  In 1832 is hij opperwachtmeester.  Net als vele avonturiers meldt Pieter zich bij het koloniaal werfdepot. Pieter komt in de Padangse Bovenlanden terecht.  Een Peter de Bruin haalde de literatuur in een boekbespreking van het boek ,Sumatraantjes” door H. C. ZENTGRAAFF en W. A. VAN GOUDOEVER. Uitgave van ,,De Java-Bode.  Het is 1841. Ik vermoed dat het hier om Pieter de Bruin gaat, gezien zijn carriere in de Padangse Bovenlanden. Zijn 1e zoon is geboren te Sijujong of zoals de oude spelling Sidjoedjong.

 

[...Belangrijk werk is daar, blijkens het reisverhaal, gedaan door den huidigen controleur van Painan, den Heer BRUYNS, die ,,met eene belangstelling, welke in Indië lang niet genoeg voorkomt” gegevens tot zelfs uit den eersten tijd der V. 0. C. heeft verzameld en verder ook alles wat betrekking heeft op den ,,Commandeur Api”, den oud-onderofficier PETER DE BRUIN, destijds controleur le klasse te Painan, die op zoo geniale wijze den opstand daar van 1841 wist te onderdrukken en er langen tijd met straffe hand ,,regeerde”. Er schijnen te Painan nog vele oude archiefstukken uit dien tijd te bestaan...]

 

Daarnaast wordt over hem vertelt in het tijdschrift ‘Dispereert niet’, deel 4 uit 1956  van H. Algra en A. Algra, Deel A Algra exploitatie- en ereschuld, hoofdstuk 2 bloedige oorlogen :

 

Als er nog eens een toewangkoe was, die probeerde ruzie te maken, dan vond hij zijn mannetje in een ambtenaar als Peter de Bruin. Hij was niet bepaald geletterd, al is het onjuist, dat hij niet lezen of schrijven kon. Zentgraaff vertelt van hem:

Commandeur Api.

‘Hij bestuurde zijn ressorten met straffe hand, doch had een zacht hart. Als hij met een stel paarden “en flêche” reed, de zweep liet knallen en bulderend voortjoeg, verdween ook de brutaalste Menangkabauer. Maar hij raapte arme kinderen van de weg en voedde ze. Hij bouwde stevige stenen bruggen, duikers, de grote pasar te Sidjoengdjoeng en heel wat meer.’

In 1841 brak nog eens een opstand in de Bovenlanden uit, welke ook naar Matoer oversloeg. De Bruin, gewaarschuwd, verwierp de raad, zich veilig te stellen in het fort en ging naar zijn post: de controleurswoning. Hij achtte zich hiertoe verplicht ‘als hoofdambtenaar en hoofd van het gewest’, ondanks het gevaar, dat hij liep.

In zijn woning trof hij, met zijn personeel, allerlei maatregelen; straks zal blijken, welke. Des avonds kwamen de opstandelingen in massa aanzetten, voorafgegaan door de Toewangkoe en een aantal voorvechters; het hoofd stapte brutaal de voorgalerij binnen, en - hier volgt wat P. de Bruin volgens Wilsons boek zelf vertelde:

‘Toen de Toewangkoe zich even omkeerde hief ik, met de snelheid van de bliksem mijn zware rotan op en deed die met al de kracht, die ik bezat, en met zulk een geweld op zijn schedel nederdalen, dat hij, als van een onzichtbare hand ter neder geveld, ter aarde stortte. Op hetzelfde ogenblik sprongen mijn oppassers en bedienden uit de kamers. Enige hunner legden de geweren op de buiten het huis staande voorvechters aan, anderen sleepten de Toewangkoe in een zijkamer en zetten zijn voeten in het blok, terwijl ik, een brandende lont in de hoog opgerichte hand houdende, voor de deur sprong en met donderende stem uitriep: “Stilte, dat niemand zich verroere. De Toewangkoe is mijn gevangene. Zodra één van ulieden nader treedt, steek ik deze brandende lont in het daar achter mij staande vaatje kruit en laat ik ulieden in de lucht vliegen. Gaat naar huis!”

Zij dropen af en de opstand te Matoer ging niet door ...’.

Mannen als Toontje Poland en Peter de Bruin en velen van hun ‘collega's’ waren geen salonhelden, maar zij wisten, wat zij wilden. Het waren kerels!


Pieter treedt in het huwelijk in de Padangse Bovenlanden met de inlandse Si Nambiru. De regeringsalmanak van 1852 meldt het volgende:

Bruidegom: P. de Bruin
Bruid: Si Nambiroe
Plaats (residentie): (Padangse Bovenlanden) Datum: 17-09-1851
Opmerking(en): de inlandsche vrouw Si Nambiroe, tot wettiging hunner kinderen
Bijregister: RA jaar/bladzij: 1852/394

 

Op dat moment hadden zij al twee jonge kinderen en een derde zou nog komen:

Pieter Joseph geboren 3 november 1845 te Painan
Lodewijk Leonard  geboren 21 september 1850 te Sidjoendjong
Karel Jan Frederik geboren  30 maart 1854 te Fort de Kock

 

Lang zal moeder Sri Nambiru niet van haar kinderen kunnen genieten. Vader is van plan zijn kinderen een degelijke opleiding te bieden in het moederland. De nog minderjarige Lodewijk Leonard en Karel Jan Frederik gaan met hun vader mee naar Nederland.  Hun oudste broer is er al. Leonard komt als militair in Zeeland terecht. Karel Jan Frederik in Kampen. Het lijkt erop dat vader Peter in Nijmegen verblijft.  Moeder blijft achter.  De Oostpost : letterkundig, wetenschappelijk en commercieel nieuws- en advertentieblad meldt op 14-01-1864:

Verleend een tweejarig verlof naar Nederland wegens ziekte, aan den Assistent Resident van Tanah-Datar (Residentie Padangse Bovenlanden) P. de Bruin.

en op 19-09-1864:

Van Padang: Per (schip) Maria Liederika, kapitein Marion: De heren kapitein Kriesfeld met echtgenoot en kinderen, de Bruin en familie, twee jonge heeren M**, een gepasp. onderofficier en 5 militairen.

De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad meldt op 25-06-1866:
Bij beschikking van zijne Excellentie (ten Minister van Koloniën, van 22 April 1860, Lit. Arz.,no. 5, is aan den Oost-Indischen ambtenaar met verlof in Nederland,  P. de. Bruin,
laatstelijk assistent-resident Tanah- Datar (residentie Padangse bovenlanden), verleend eene nadere verlenging van verlof voor den tijd van zes maanden.

De Rotterdamsche courant van 25-02-1867 meldt

Bij Kon. besluit is aan den Oost-Ind. ambtenaar P. de Bruin, laatstelijk assistent-resident van Tanah- ; Datar (Padangsche bovenlanden), thans met verlof , hier te Lande, op zijn verzoek, met ingang van 1 ' maart a. s., een eervol ontslag verleend uit's Lands dienst, met toekenning van pensioen.

De Middelburgsche courant van 26-02-1867 meldt:

LEGER:(..) Op verzoek eervol ontslag uit's lands dienst verleend, met toekenning van pensioen, aan den Oost- Indischen ambtenaar K. A. Dekker, laatstelijk assistent resident van Indramayoe (Cheribon), thans met verlof hier te lande, en aan den Oost Indische., ambtenaar P. de Bruin, laatstelijk assistent resident van Tanah- Datar (Padangsche bovenlanden), thans met verlof hier te lande.

 

Pieter de Bruin overlijdt te Hatert (Nijmegen) op 8 oktober 1871, oud 65 jaar. Na het overlijden van hun vader treedt de eveneens in Nijmegen woonachtige Andreas Jacobus Camphuis op als voogd.

Zoon Lodewijk Leonard overlijdt op 21 jarige leeftijd op 30 mei 1872 te Middelburg. Hij is dan Sergeant bij de Infanterie. Lodewijk is dan nog ongehuwd. In de akte van overlijden wordt vermeldt dat zijn vader te Breda is overleden en zijn moeder te Oost-Indië. Karel Jan Frederik overlijdt op 29 juni 1884 te Surabaya. Pieter blijft als enige over.

Beschrijving stamboek Regiment Lansiers

Beschrijving stamboek KNIL Pieter de Bruin 

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Pierre de Bruijn was de eerste Europese de Bruijn voorouder die naar Indië kwam. Om een beeld te schetsen van zijn afkomst gaat hier het onderzoek verder.

 

Matthieu de Bruyn en Anna Catharina Geets

Onder een fragment uit het huwelijksregister van Campenhout van Matthieu de Bruyn, weduwnaar van Joanna Rijkmans met wie hij al twee dochters had,  en Anna Catharina Geerts, getuigen waren hun broers Peter Geets en Peter de Bruyn. De beide broers ondertekenen met hun handtekening. Mathieu en Anna Catharina tekenen met en kruisje omdat ze niet kunnen schrijven en waarschijnlijk ook niet lezen. Dochter Johanna Rijkman geboren op 24-11-1789 en Anna Maria Rijkman geboren op 23-10-1791 waren bij de bruiloft.  Matthieu en Anna krijgen naast jongste zoon Pierre nog een aantal kinderen.  In 1797 is zoon Guilielmus geboren.  Leonardus uit 1798 is de volgende. In 1802 is dochter Maria Elisabeth geboren.

Matthieu de Bruijn overleden te Erps Kwerps op 13 januari 1828:

Anna Catharina Geets overleden te Erps Kwerps op 27 april 1848

 

 

Joannes de Bruijn en Anna Schoetens

Mathieu of Mathias de Bruijn is een zoon van Joannes de Bruijn en Anna Schoetens. Zij huwden op 30 januari 1763 te Kampenhout. Samen kregen zij de volgende kinderen:


Anna Maria De Bruyn 1763
Mathias De Bruyn 1766 (tekent hierboven met een kruisje)
Petrus De Bruyn 1770 (zijn handtekening is hierboven te zien)
Maria Catherina De Bruyn 1773
Joannes Henricus De Bruyn 1776
Barbara De Bruyn 1778
Joannes Josephus De Bruyn 1783

 

Joannes is geboren  te Kampenhout op 19 juni 1738. Hij overleed daar op 6 juni 1782. Hij was toen 43 jaar oud. Joannes was een zoon van Jacques of Jacobus de Bruyn, overleden in 1764,  en Barbera Antonis, overleden in 1762.  Anna Schoetens is geboren op 7 december 1736 . Zij overleed te Kampenhout op 30 mei 1811. Zij was toen 74 jaar oud. Anna was een dochter van Petrus Schoetens, overleden in 1769, en Anna Massant, overleden in 1778. Onder de overlijdensakte van Anna Schoetens.

 

 

Vragen en reacties op deze pagina kunnen hieronder geplaatst worden: